

Usain Bolt is er niets bij
Ze zeggen weleens dat een kat in het nauw rare sprongen maakt. Nou vergelijk ik mezelf niet graag met een harig beest dat zichzelf schoonlikt. En op niet noodzakelijke beweging zal je mij ook zelden betrappen. Toch weet ik inmiddels uit ervaring dat er geen woord gelogen is aan bovenstaande tegeltjeswijsheid. Het begon allemaal in Bangkok.
De jetlag net te boven maakte ik per fiets de Thaise hoofdstad onveilig. Een paar bijna-aanrijdingen later en pak 'm beet zo'n 2.8 liter vocht minder vond mijn lichaam het na uren fietsen genoeg geweest. En ook mijn geest juichte de kilometers lange wandeltocht terug alles behalve aan. Gelukkig ben ik niet de moeilijkste en stapte in de eerste de beste taxi. Tot dat moment niets spannends aan de hand.
Na een vermoedelijk hilarisch schouwspel vol handgebaren en Jip en Janneke-Engels begon de meter eindelijk te tikken. Op hoop van zegen. In de mierenhoop van mensen en gebouwen heb je namelijk echt geen idee waar links of rechts is, dus opgelucht was ik dan ook toen de hoteltoren eindelijk in zicht kwam. Een flink stuk voor het hotel, in een donker achterstraatje stopte de felgekleurde taxi plots. Dat was dan 150 Baht. Ik vertrouwde het natuurlijk niet en probeerde nog uit te leggen dat de lobby echt nog wel een stukkie verder was, maar dat ging er niet in. Vooruit. Ik geef het geld – er 100% zeker van zijnde dat het voldoende is -, draai me om en zeg ondertussen dat hij de rest wel mag houden. Ineens hoor ik een kreun waar Kim Holland voor zou tekenen. Met een bloedvaart schiet mijn hoofd de andere kant op. Wat denk je? Het briefje van 100 is ineens 'verdwenen'. Het loeder.
In zo'n situatie kan je twee dingen doen. Of de klootzak zijn geld gunnen of stug volhouden. Ik koos voor het laatste. Niet omdat die €2.50 mij zoveel waard is, maar omdat ik me niet graag laat naaien door een malafide taxichauffeur die de hele dag toeristen oplicht. En daarbij had ik geen geld meer op zak en moest dus naar de dichtstbijzijnde pinautomaat lopen. Dan weet je ook wel hoe het eindigt. Wat te doen? Binnen no-time bedenkt Sandertje een masterplan. Met een acteurprestatie à la niveautje Ferry Doedens doe ik net alsof ik niet goed kan zien hoeveel geld hij in zijn hand heeft en buig naar voren toe. Ondertussen wurm ik mijn tas op mijn rug en zwaai de taxideur open. Met een snelheid waar Usain Bolt jaloers op zou zijn, schiet ik richting de knalblauwe neonlichten van het hotel. Als een jekko ontwijk ik een rij geparkeerde auto's, zigzag over de stoep en probeer ondertussen de roestbakrijdende nazi in de gaten te houden. Die geeft het uiteindelijk op en blijft schreeuwend achter middenop straat.
Hijgend, puffend, steunend, zwetend, kreunend en snakkend naar adem plof ik neer op mijn bed. Was dit slim? Vermoedelijk niet echt, maar yolo. Soms moet een mens zichzelf verbazen. Na een paar borrels val ik uiteindelijk met een glimlach op mijn bakkes in slaap. Je maakt nog eens wat mee in zo'n wereldstad.
Sander
PS: voor de rest is Thailand een prima land hoor en zijn de mensen super vriendelijk. Don't worry 😉

Sander
Elke dag een andere lach. Praat graag, kookt regelmatig, drinkt (weleens), ziet aardig wat films, designt erop los en gooit graag zijn kekke deephouse dansmoves in de strijd. Alles met een flinke schep droge humor.
2 reacties
ReageerSander:
Ja, gelukkig wel. Voor de rest een erg toffe stad!
Paul:
Ik hoop dat Bangkok verder betere vakantie-ervaringen te bieden had?